Geschiedenis van de Old English Mastiff:

lichaam
De Old English Mastiff is één van de oudste hondenrassen van de wereld. Deze honden zwierven al een paar millennia voor Christus door Europa en Azië. Deze honden werden ingezet bij de jacht op wilde paarden en leeuwen, en bij de bescherming van de huizen van de Babyloniërs. De Assyriërs begroeven terracotta beelden van de honden om de geesten van de honden aan te roepen om het kwaad in hun huizen te verdrijven. De Romeinen vonden de Mastiff in Engeland toen zij er voor het eerst kwamen. Hoe die honden in Engeland terecht kwamen blijft een vraagteken. De Romeinen namen echter de honden terug mee naar Rome, waar ze in arena’s vochten. Mastiffs vochten ook samen met Engelse soldaten in de beroemde slag van Agincourt in 1415. Een van deze Mastiffs verdedigde zijn gewonde meester urenlang zo hardnekkig, dat soldaten uit het bevriende kamp hond en baas van het bloedige slagveld konden redden. Uit Assyrië, het Oude Egypte en het Oude China zijn afbeeldingen van Mastiffachtige honden bekend en Julius Caesar roemde ze in 55 voor Christus. Later jaagden deze honden in meutes van adellijke lieden en beschermden hun huis en haard tegen wolven en andere bedreigingen. In het midden van de 19e eeuw raakte het ras bijna uitgestorven, maar door toedoen van enkele hynologen werd het ras gemaakt tot een vriendelijke en goedmoedige gezelschapshond. Hoewel ze een achtergrond als jacht- en vechthond hebben, zijn Mastiffs tegenwoordig vrij meegaande gezelschapshonden. Ze moeten uiteraard goed worden gesocialiseerd.
mastiff vroeger

Karakter van de Old English Mastiff:
Zeer lief en trouw. Trots en zeer lief ten opzichte van andere dieren.

Deze hond heeft veel beweging nodig en ook heel veel ruimte (en ook een heleboel voedsel, maar dat hadden jullie al geraden) Mastiffs zijn niet zo dol op tentoonstellingen, hoewel er toch heel wat exemplaren op een tentoonstelling verschijnen. Ze zouden veel liever met een nobele houding over een landgoed waken. Deze hond is moedig, intelligent, goedaardig, trouw en rustig. Hij heeft een bepaalde ‘waardige’ uitstraling.

Rasstandaard van de Old English Mastiff:
Verschijning: Groot, Massaal, krachtig, symmetrisch, goed gebouwd lichaam. Een combinatie van waardige grootsheid en moed.

Aard: Rustig, aanhankelijk t.o.v. de eigenaar, maar in staat tot waken.

Hoofd: De schedel breed tussen de oren, het voorhoofd vlak, maar gerimpeld als de aandacht wordt getrokken. Wenkbrouwogen licht omhoog gewelfd. De spieren van de slapen en de wangen goed ontwikkeld. De boog dwars over de schedel is een afgeronde, afgeplatte kromme, met een verdieping (groeve) tot midden op het voorhoofd vanaf de lijn tussen beide ogen tot halverwege de lijn, die de wandbeenderen verbindt. Gezicht/snuit kort, onder de ogen en vrijwel evenwijdig in breedte blijven tot het einde van de neus. Afgeknot, d.w.z. stomp en vierkant afgesneden en daardoor een rechte hoek vormend met de bovenbelijning van de snuit en van grote diepte vanaf de neus tot de onderkaak. Neus breed met, van voren gezien, wijd opengesperde neusvleugels, vlak, niet puntig of wipneus in profiel. De lengte van de snuit staat tot die van de hele kop en snuit als 1 staat tot 3. Omtrek van de snuit (gemeten halverwege tussen de ogen en de neus) staat tot de omtrek van de kop (gemeten voor de oren) als 3 staat tot 5.

kop

Ogen: Klein, ver uiteen, gescheiden door tenminste de ruimte van twee ogen. De stop tussen de ogen goed aangegeven, maar niet te abrupt. Kleur hazelnootbruin, hoe donkerder hoe beter. Mogen het derde ooglid niet laten zien.

Oren: Klein, voelen dun aan, ver uiteen aan de hoogste punten aan de zijkanten van de schedel aangezet, zodat ze de omtrek van de top van de schedel voortzetten. In rust vlak aanliggend, dicht tegen de wangen.

Mond: Slagtanden gezond, krachtig en ver uiteen, snijtanden tangbijtend of de onderste voor de bovenste uitstekend, maar nooit zo sterk dat ze zichtbaar worden, als de mond gesloten is. De onderkaak breed tot het einde. De lippen wijken onder een stompe hoek van het neustussenschot en ietwat hangend, waardoor ze een vierkant profiel geven.

Hals: Lichtgebogen, matig lang, sterk gespierd en in de omvang ongeveer 2.5 tot 5 cm, minder dan de schedel voor de oren.

Voorhand: Schouder en arm licht hellend, zwaar en gespierd. Poten recht, krachtig en wijd uiteen geplaatst, met zwaar botwerk. Ellebogen vierkant. Middenhand loodrecht.

front

Lichaam: De borst breed, diep en goed doorlopend tussen de voorpoten. De ribben gekromd en goed gebogen. De valse ribben diep en ver naar achteren, naar de heupen, aangezet. De borstomvang moet een derde meer zijn dan de schofthoogte. Rug en lendenen breed en gespierd, vlak en heel breed bij de teef, iets gekromd bij de reu. Flanken zeer diep.

mastiffbody

Voeten: Groot en rond. Goed gekromde tenen. Nagels zwart.

Staart: Hoog aangezet en tot de hakken reikend of iets lager, breed bij de staartaanzet en dunner wordend naar het uiteinde. In rust recht naar beneden hangend, maar als de hond opgewonden is een kromme vormend, waarvan het uiteinde omhoog wijst, maar niet over de rug gedragen.

Beweging: Krachtig, makkelijk strekkend (uitgrijpend).

loopje

Kleur: Abrikoos-wildkleurig (apricot), zilverree-kleurig (fawn), of donker gestroomd (brindle) op dezelfde ondergronden. In elk geval moet de snuit, de oren en de neus zwart zijn met zwart rondom de oogkassen en daartussen omhooglopend.

Vacht: Kort en dicht aanliggend, maar niet te fijn over de schouders, nek en rug.

NB: Reuen: twee testikels moeten goed ingedaald zijn in het scrotum.

Gezondheid van de Old English Mastiff:
De Old English Mastiff kan HD-(heupdysplasie) en ED-(elleboogdysplasie) en Oog-problemeen hebben.

De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders. Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.